dinsdag 27 november 2018

Dag 62 Hum

Hum, hum, hum




Nu ik in mijn overmoed mijn vleugeltjes qua draagkracht had overschat,
en op de toppen van mijn lange tenen, van in de kloof waarin ik gesukkeld was,
om hulp riep,
hoorde ik vanuit het niets,
een stil geschuifel.
Geslof van schoenen.
Het stille geluid kwam tergend traag dichterbij.

Toen ik omhoog keek,
zag ik het gezicht van een man met een lange witte baard.
Hij neuriede.
Het klonk troostend.

Hij boog voorover en humde.

Hum. Hum. Hum.

Meer woorden leek hij niet te hebben.
En ook geen touw.
Hij stak me zelfs geen hand toe...

Hum. Hum. Hum.

Het leek wel een gevleugelde mantra die hij zingend herhaalde.
Ik kon de drang om mee te gaan in zijn gehum niet weerstaan.
Wel honderd keer humden we samen.
Ik voelde me lichter, lichter, lichter worden.
Licht als een pluimpje.
Ik steeg moeiteloos omhoog,
door de benauwende nauwheid van de kloof.

Plots stond ik weer op mijn voetjes in een weids landschap.
Van de oude wijze man was geen spoor meer te bekennen.
Had ik hem in mijn hopeloze angst zelf geschapen in mijn grote fantasie?

Ik weet het niet.
Het zou kunnen.
Toch?

💚

3 opmerkingen:

Redding nabij

Onbeholpen Chanelleke was alweer de reddende engel. Met haar aanhoudende geblaf trok ze mijn aandacht. Ik vond een vogeltje. Ik w...